Diensten
- Branddetectie- en brandmeldsystemen (NBN S21-100):
Een risicoanalyse volgens de NBN S21-100-norm moet worden uitgevoerd door de bouwheer of zijn mandataris. Deze analyse dient als basis voor de studie en keuring van branddetectie- en brandmeldsystemen. De risicoanalyse omvat het volgende:
• Doel van het branddetectie- en brandmeldsysteem;
• Bepaling van het bewakingsniveau;
• Classificatie van het bewakingsniveau;
• Antwoord op de 26 gestelde vragen in de norm.
- Brandveiligheid in parkeergarages (RGV EV parkings):
Er dient een risicoanalyse brand conform regel van goed vakmanschap brandveiligheid thema elektrische voertuigen in parkings door de verantwoordelijke persoon of zijn bevoegd persoon opgesteld te worden voor de studie en keuring van technische installaties in de parkeergarage.
De risicoanalyse voor elektrische voertuigen in parkeergarages is gericht op het identificeren van gevaren en het beoordelen van het risiconiveau. Het doel is om te zorgen voor de veiligheid van personen en om economische schade te voorkomen in noodsituaties, zoals branden of stroomonderbrekingen. De verantwoordelijke persoon, zoals de eigenaar of beheerder van de parkeergarage, moet deze analyse uitvoeren of een bevoegde persoon aanstellen voor deze taak. De analyse houdt rekening met specifieke aspecten van elektrische voertuigen en de situatie na het blussen van de brand.
- AREI veiligheid – en kritische installaties:
Er dient een risicoanalyse veiligheid – en kritische installaties conform AREI door de uitbater of zijn afgevaardigde opgesteld te worden voor de studie en keuring van de elektrische installatie.
Elke uitbater van een elektrische installatie in België is sinds 1 juni 2020 verplicht om een risicoanalyse uit te voeren volgens de AREI-richtlijnen. Het doel is om de veiligheid van de installatie te waarborgen en economische schade te voorkomen in noodsituaties. De analyse onderscheidt tussen veiligheidsinstallaties, die gericht zijn op evacuatie bij noodsituaties, en kritische installaties, die economische schade moeten voorkomen.
Lijst met uitwendige invloeden:
De uitbater of zijn afgevaardigde dient een afzonderlijke lijst, per type installatie van niet-specifieke uitwendige invloeden samen te stellen.
De lijst van uitwendige invloeden is een inventaris van alle omstandigheden die een invloed kunnen hebben op de elektrische installatievoorschriften. Deze classificatie gebeurt aan de hand van een alfanumerieke code en is ingedeeld in 3 categorieën:
• Categorie A (omgeving): omvat uitwendige invloeden die voortkomen uit de omgeving van de installatie, zoals temperatuur, water, vaste lichamen, corrosie, schokken, trillingen, flora en fauna.
• Categorie B (gebruik): omvat uitwendige invloeden die voortkomen uit het gebruik van de installatie, zoals bekwaamheid, contacten met aardpotentiaal en materialen.
• Categorie C (constructie): omvat uitwendige invloeden die voortkomen uit de constructie van de installatie, zoals constructie en structuur.
Deze classificatie is verplicht volgens AREI boek 1, afdeling 9.1.6 1.